Lang geleden, toen de reuzen Gallië binnen vielen, vestigde een van hen – Druwoon Antigoon – zich op de plek die later ‘Antwerpen’ genoemd zou worden. Antigoon was een kanjer van wel 18 voet hoog, met ongelooflijk grote voeten. Aan de oever van de Schelde liet de reus een kasteel bouwen. Nu kon hij tol eisen van de schippers die de stroom op- en afvoeren. De helft van hun vracht, bijvoorbeeld. Met een enkele houw van zijn reusachtig slagzwaard hakte Druwoon Antigoon de rechterhand af van iedere schipper die geen tolgeld wilde betalen. Veldheer Silvius Brabo, een vriend van Julius Caesar, daagde de reus uit voor een duel. Na een lange strijd lag het monster dood aan zijn voeten. Brabo hakte Antigoon het hoofd af en daarna de rechterhand, die hij met al zijn kracht tot over de Schelde wierp, terwijl hij uitriep: ‘Tot op de plek waar de hand valt, zal deze streek Brabant heten!’ Zo kwam niet alleen Brabant aan zijn naam, maar ook de plaats waar de reus Antigoon werd geveld,
Reacties