Patrick Bernauw laat zijn licht schijnen over mythen, sagen, legenden en historische mysteries... van A(alst) tot Z(wevezele), van A(rlon) tot... Zut... W(éris)!
Mysterieus België
Van A tot Z: Sagen, mythen, legenden, sterke verhalen, geheimzinnige geschiedenissen, historische mysteries, feiten en fictie van Aalst tot Zwevezele, van Arlon tot Wéris! Wij organiseren voor u een stadsspel, GPS-spel, stadswandeling, detectivespel, fotozoektocht in Mysterieus België met 1 spelleider, met diverse performers, of in een doe-het-zelf pakket, in het Nederlands, Frans of Engels! Vraag hier vrijblijvend een offerte aan!

27.12.11
22.12.11
Doe-het-zelf stadsspel + kookworkshop in de stad van uw keuze!
Cuisine Cayenne is een culinair stadsspel, gecombineerd met een actieve kookworkshop. Het thema is de wereldkeuken. Cuisine Cayenne legt uitdrukkelijk de link met de producten van eerlijke handel of FairTrade.
Benevens een boekje voor iedere deelnemer (= aanbevolen, maar ook mogelijk met 1 boekje per duo of team) met recepten, ingrediënten, achtergrondinformatie, spelinfo (en oplossingen van het stadsspel), heb je wellicht nog een draaiboek nodig voor de praktische organisatie van het stadsspel. Je kunt het draaiboek dan aanpassen voor om het even welke stad en aan jouw specifieke omstandigheden, grootte van de groep, enzovoort... Het is beschikbaar in PDF en het bevat ook een programmaboekje voor de teams.
Heb je grote aantallen van dit boekje nodig (+10), stuur dan een mailtje naar info@inter-actief.be en wij bezorgen je het gewenste aantal boekjes met kortingen tot 50%.
Benevens een boekje voor iedere deelnemer (= aanbevolen, maar ook mogelijk met 1 boekje per duo of team) met recepten, ingrediënten, achtergrondinformatie, spelinfo (en oplossingen van het stadsspel), heb je wellicht nog een draaiboek nodig voor de praktische organisatie van het stadsspel. Je kunt het draaiboek dan aanpassen voor om het even welke stad en aan jouw specifieke omstandigheden, grootte van de groep, enzovoort... Het is beschikbaar in PDF en het bevat ook een programmaboekje voor de teams.
Heb je grote aantallen van dit boekje nodig (+10), stuur dan een mailtje naar info@inter-actief.be en wij bezorgen je het gewenste aantal boekjes met kortingen tot 50%.
Labels:
België,
city game,
draaiboek,
eten,
fair trade,
gastronomie,
koken,
kookworkshop,
Nederland,
recepten,
stadsspel,
teambuilding,
vlaanderen,
wereldkeuken,
workshop,
zelf organiseren
20.12.11
Gedichtendag 2012: Fantastisch Vlaanderen
Keizer Karel zei ooit dat in zijn rijk de zon
nooit onderging, een uitspraak die danig tot de verbeelding sprak van
de magiër Cornelius Agrippa. Tot zijn verbijstering moest hij vaststellen dat de
zon, in Vlaanderen bijvoorbeeld, wel degelijk onderging… en op een dag
misschien niet meer zou opstaan, omdat de maan voor altijd haar plaats
had ingenomen.
Om dit te verhinderen, construeerde Agrippa het Robotje
Agaat – hij was zijn tijd nu eenmaal ver vooruit – die iedere ochtend
weer de maan moest verjagen met een magische incantatie. Op 26
januari 2012 valt Agaat echter onherroepelijk zonder stroom, zodat het
risico niet denkbeeldig is dat de wereld vergaat op 21 december 2012 –
datum ook waarop de fameuze Maya kalender het voor bekeken houdt.
Gelukkig is het op 26 januari 2012 Gedichtendag… en misschien kan poëzie
wel de wereld redden! Want wat we nodig hebben, zijn minstens 1221
dapperen die op 26 januari de taak van Computer Agaat overnemen, en de
magische incantatie in kwestie op bezwerende wijze reciteren.
Organiseer
dus nu
in uw bibliotheek, (secundaire) school,
boekhandel, café & restaurant,
museum & bedrijf…
een Poëzie FlashMob
“omdat anders het licht uitgaat”!
Schrijf in voor de Poëzie FlashMob met een eenvoudige mail (zie hieronder) en vervolgens door overschrijving van 15,90 euro op een rekeningnummer dat je zult ontvangen. Wij bezorgen je daarna, in hoge resolutie en via een link (waar je ze kunt downloaden), een instructievideo + de clip met de magische incantatie. Deze kun je gebruiken om op Gedichtendag 26 januari 2012 een FlashMob te organiseren, samen met je bezoekers,
leerlingen, klanten,... (Een flashmob is een groep mensen die plotseling op een openbare
plek samenkomt, iets ongebruikelijks doen en daarna weer snel verdwijnen.)
Neem foto's of maak een filmpje van de FlashMob, bezorg ze ons in jpg (foto) of op een link (YouTube) en wij zetten de beste inzendingen op de blogs van initiatiefnemer Patrick Bernauw, Mysterieus België en Compagnie de Ballade. Alle inzenders ontvangen, als dank voor bewezen diensten, een virtueel geanimeerd poëziepakket "Dichters in Tegenstroom", met bijdragen van François Villon (die sterft van dorst bij de fontein), Nobelprijswinnaar Literatuur 1911 Maurice Maeterlinck, Rudi De Smet (naar aanleiding van het Louis Paul Boonjaar 2012) en Patrick Bernauw. Een deskundige jury, samengesteld door producent vzw de Scriptomanen, zal ten slotte ook een winnaar kiezen, die daar bovenop een zeer concreet poëtisch toemaatje ontvangt.
Bestellen, boekingen, meer info,... via de mail. Hierlangs kunt u Patrick Bernauw ook bij u op school, in de bibliotheek of vereniging uitnodigen voor een workshop "Poëzie FlashMob" of "Poëzieclip maken".
Programma Kindergedichten
(Basisschool):
Keizer Carolus van Kokanje stelde ooit dat in
zijn rijk de zon nooit onderging, een uitspraak die danig tot de
verbeelding sprak van Clement de Kluizenaar, de grootste tovenaar uit de
Duistere Middeleeuwen (zo genoemd omdat het elektrisch licht nog niet
was uitgevonden). Tot zijn verbijstering moest hij vaststellen dat de
zon in Lagelande wel degelijk onderging… en op een dag misschien niet
meer zou opstaan, omdat de maan voor altijd haar plaats had ingenomen.
Om dit te verhinderen, vervaardigde Clement het Robotje Agaat dat iedere
ochtend weer de maan moest verjagen met een magische bezwering. Op 26
januari 2012 valt het Robotje Agaat echter onherroepelijk zonder stroom,
en daarom zoeken wij nu een manier om haar taak verder te zetten. Zorg jij ervoor, geholpen door een magische bezwering, dat het licht
niet uitgaat... en wel voorgoed?
Wat we nodig hebben, zijn minstens 1221
dapperen die op 26 januari 2012 de taak van Robotje Agaat overnemen, en
zoveel positieve energie opwekken, dat Lagelande op zijn minst weer
voor 1221 jaar kan worden verlicht.
Kan poëzie de wereld redden?
We hopen van wel! Organiseer nu met jouw school in jouw dorp of stad en op 26 januari
Gedichtendag een heuse "Poëzie FlashMob" (= een groep mensen die
plotseling op een openbare plek samenkomen, iets ongebruikelijks doen en
daarna snel weer verdwijnen). Doe mee aan de "KinderGedichtenDag:
FlashMob Onder Stroom", stuur ons een mailtje, schrijf 15,90 euro over
op een rekeningnummer en ontvang een link waarop je twee animatiefilmpjes in
hoge resolutie kunt downloaden op je eigen computer(s) en laptop(s).
Het ene filmpje is de "instructievideo" waarin het
concept aan de kinderen wordt uitgelegd:
KinderGedichtenDag FlashMob "Onder Stroom", 2012. Kindergedichten workshop. Tekenfilmgedichten maken.
De tweede clip is eigenlijk een
tekenfilmgedicht, met de "magische bezwering". Hiermee kunt u de
FlashMob in de klas voorbereiden.
Het kindergedichtenproject
"Legenden van Lagelande" van jeugdschrijver Patrick Bernauw wordt ook
doorgetrokken naar de Jeugdboekenweek, met als thema "Fabeldieren"
("dieren" is ook het thema van de Jeugdboekenweek), en naar het hele
schooljaar. Samen met de auteur en de animatiefiguurtjes van Compagnie
de Ballade een Tekenfilmgedicht schrijven en maken, en live brengen op
het schoolfeest... Een boek, een dvd, een cd, een website met de
creaties van uw school... het kan allemaal! Schrijf je ter gelegenheid
van Gedichtendag in voor het "Project Fabeldieren 2012", dan betaalt u
slechts 53 euro, en ontvang samen met de 2 clips "Onder Stroom" ook 6
clips van het "Project Fabeldieren 2012".
Eventueel kun je Patrick Bernauw ook uitnodigen om bij jou op
school een workshop "kindergedichten schrijven" te geven (voor kinderen 3de graad basisschool), een Tekenfilmgedicht te maken, met de hele basisschool een Poëzie FlashMob in scène te zetten, enz...
Alle info, boekingen & bestellingen:
lagelande@inter-actief.be
13.12.11
Quiz Mysterieus België: Wie is Waar?
De namen in het filmpje zijn verhaspeld in een anagram... Plaats de juiste
naam bij het juiste personage of object, en bij de juiste stad.
Oplossingen: hier!
WIE ZIJN ZE & WAAR ZIJN WE?
AALST:
1.
2.
3.
ANTWERPEN:
1.
2.
3.
BRUSSEL:
1.
2.
3.
BRUGGE (HEILIG BLOED PROCESSIE):
1.
2.
GENT:
1.
2.
LEUVEN:
1.
2.
MONS:
1.
2.
DIKSMUIDE:
MARCHE-LES-DAMES:
MAASEIK:
MECHELEN:
In welk dorp of in welke stad speelt het verhaal zich af dat je in het liedje kunt horen:
Labels:
Aalst,
Antwerpen,
België,
Brugge,
Brussel,
Diksmuide,
Gent,
Heilig Bloed,
kwis,
Leuven,
Maaseik,
Marche-les-Dames,
Mechelen,
Mons,
mysteries,
quiz,
stadsspel,
stadsspelen
5.12.11
Koksijde: Mijn Spook van Ten Duinen
‘Alles zal verzinken
en ieder moet verdrinken
in het zand en in de zee.’
Zo zei de zeemeermin
en ze nam de monnik bij de hand
en vroeg hem: ‘Ga je mee.’
En hij hoort nu klokken luiden
van een kerk die is verzonken,
van een stad die is verdronken
in het zand en in de zee.
En hij volgt haar in het water
en bemint haar niet veel later
in de puinen en de duinen
van het land onder de zee.
Labels:
abdij,
film,
geest,
geesten,
Guy Didelez,
hotelschool,
Koksijde,
Koksijde: Mijn Spook van Ten Duinen,
legenden,
Mijn spook van Ten Duinen,
monnik,
Patrick Bernauw,
ruïnes,
sagen,
spoken,
spook,
Ten Duinen,
zeemeermin
28.11.11
Sint-Pauwels: De Schat in de Onderwereld
Gratis download van "Mefisto" van Compagnie de Ballade
(tekst: Patrick Bernauw / muziek & zang: Fernand Bernauw)
Achter een geheime deur in het kerkje van
Sint-Pauwels vertrekt een onderaardse gang naar het kasteel Hof te Voorde, een
paar kilometer verder op. Toen het slot in 1452 werd geplunderd, konden de
edelman en zijn gezin door die gang ontkomen. En in 1566 bracht men, op de
vlucht voor de Geuzen, via de geheime
gang een schat in veiligheid. Daarna raakte de geheime vluchtweg vergeten en in
de zeventiende eeuw lag het hele kasteel al volledig in puin. Het werd
heropgebouwd en ook verscheidene keren verbouwd, zodat men het spoor van de
gang volkomen bijster raakte. Ondertussen bleef men zich wel herinneren dat de
laatste heren van Voorde de gang bevolkten met slangen, padden en hagedissen om
hun schatten te beschermen. En dat ze hem daarna dichtmetselden.
Omstreeks 1820, toen men aan de fundering voor
een nieuw huis werkte, botste men opnieuw op de fameuze geheime gang. De
eigenaars vonden het een prettig idee onder de grond naar de kerk en het
kasteel te kunnen trekken, maar niemand was dapper genoeg om het inktzwarte hol
in te kruipen. In het dorp verbleef op dat moment een rondzwervende Italiaanse
straatmuzikant. Voor een flinke som wilde hij zich wel in het donkere gewelf
wagen. Met zijn muziek zou hij het in de gang huizende ongedierte wel eens snel
betoveren.
Nauwelijks was hij in de onderaardse pijp
afgedaald, of er weerklonk zo'n mooie muziek dat al wie ze hoorde ontroerd
werd. Hij waagde zich verder en de tonen werden zwakker en stierven ten slotte
uit. De mensen legden hun oor tegen de grond en konden hem op die manier volgen
tot ongeveer één derde van de weg was afgelegd. Bij de Warandebeek werd het
doodstil. Men durfde elkaar niet aan te kijken en niemand waagde zich in de
gang om na te gaan wat er met de Italiaan was gebeurd. Toen de avond viel, werd
het gat terug dichtgemetseld en onder het zand bedolven. In stille nachten
hoort men het ongedierte, dat de overmoedige muzikant ongetwijfeld met huid en
haar verslond, nog knagen aan de geheime deur in de sacristie van de
Sint-Pauwelskerk...
Wil je een verborgen schat vinden, dan doe je
misschien toch beter een beroep op de beproefde techniek van 'de geest in de
fles'. Sommige geesten, zoals Mefisto Mefistofeles, zijn tot het verrichten van
allerlei wonderen in staat. Zij kunnen je bijvoorbeeld ook op het spoor zetten
van een verborgen of verdwenen schat. Je hoeft ze alleen uit hun fles op te
roepen, terwijl je met stijf dichtgeknepen ogen heel hard denkt aan wat je nu
het liefst van al zou willen, en de hiernaast afgedrukte bezwering
uitspreekt...
En natuurlijk moet je ook over een fles
beschikken, waarin een geschikte geest bewaard wordt...
MEFISTO MEFISTOFELES
Kom nu geest, kom uit uw fles,
Mefisto-Mefistofeles,
en help mij, help mij met mijn les,
Mefisto-Mefistofeles!
'k Heb getekend met mijn bloed,
Mefisto-Mefistofeles,
uw contract dat wonderen doet,
Mefisto-Mefistofeles!
Prins van Gramschap, Gulzigheid...
Prins van Hebzucht en van Nijd...
Schenk mij nu een gouden schat!
Stuur mij nu uw zwarte kat!
Maak mij knap en maak mij rijk,
Mefisto-Mefistofeles,
maak dat ik in de toekomst kijk,
Mefisto-Mefistofeles!
Ik roep u aan, 't is middernacht:
geef mij praal en geef mij pracht!
Boze Geesten en Tempeesten
en ook spoken met bleke knoken...
Kom nu maar, kom uit uw fles,
Mefisto-Mefistofeles...
En help mij, help mij met m'n les!
Kom nu maar... Kom!
Labels:
bezwering,
Compagnie de Ballade,
download,
geest in fles,
geesten,
geuzen,
gratis,
Hof te Voorde,
magie,
Mefisto,
muziek,
onderaardse gang,
schat,
Sint-Pauwels,
Sint-Pauwels: De Schat in de Onderwereld
22.11.11
Gent: De Onthoofdingsbrug
"De Onthoofdingsbrug" van Compagnie de Ballade
Tekst: Patrick Bernauw / Muziek: Fernand Bernauw
Zang: Amaryllis Temmerman
Het Bijloke museum in Gent bezit een
schilderij, in 1608 vervaardigd door een zekere Pieter Pieters. Op dat werk
ziet men een jonge beul, die zijn eigen vader op de Onthoofdingsbrug bij het
Gravensteen wil terechtstellen. Maar zijn zwaard breekt in twee stukken...
Sommige Gentenaren beweren dat de oude beul
het volgende commentaar had op deze gebeurtenis: 'Mijn zoon is nu eenmaal een
lamstraal. Hij viel altijd flauw als ik hem de fijne kneepjes van ons vak wilde
bijbrengen. En zijn voetenwerk heeft nooit gedeugd. Waarschijnlijk is hij nu te
hoog opgesprongen en heeft hij met zijn zwaard een met ijzer beslagen balk
geraakt. Zelfs het beste wapen kan dit niet hebben.'
Maar dit is wellicht een verzinsel. De
waarheid is dat in 1371 een vader en zijn zoon veroordeeld werden omdat ze zich
verzet hadden tegen graaf Lodewijk van Male. Hij wilde wel eens weten welke
liefde het grootst was: die van een ouder voor zijn kind, of die van een kind
voor een ouder. De graaf stelde de vader en zijn zoon toen voor de
verscheurende keuze, waarover meer verteld wordt in dit gedicht. Maar God kwam
tussenbeide en sprak een 'Godsoordeel' uit...
DE ONTHOOFDINGSBRUG
Twee edellieden, vader en zoon,
hadden de graaf zeer beledigd.
Hij riep hen beiden voor zijn troon
en sprak hen toe op harde toon:
'Als ik één van u genade verleen
en één van u in leven laat,
dan is 't op deze voorwaarde alleen:
dat hij de ander 't hoofd afslaat.'
Vader en zoon, zij gingen naar de brug,
die lag daar bij het Gravensteen.
Voor vader en zoon was geen weg terug,
hun klacht ging door merg en been.
'Vader mijn vader,' zo zei de zoon,
'buigt gij dan nu het oude hoofd.' -
'Sla nu toe en sla zonder schroom,'
sprak de vader als verdoofd.
De zoon, hij hief het zwaard voor de slag,
maar de bliksem die sloeg plotseling toe,
en 't was geen hoofd dat aan zijn voeten lag,
want het metaal was moe, zo moe.
Door God was het zwaard gebroken in twee,
daar op de Onthoofdingsbrug.
En voor de wrede graaf van 't Gravensteen
was er geen weg terug:
Vader en zoon hielden een groot banket,
daar op de Onthoofdingsbrug.
Er werd geen hoofd op tafel gezet,
daar op de Onthoofdingsbrug.
13.11.11
Beselare: het Heksendorp
Beselare, een dorpje tussen Ieper en Menen, is
een heus heksendorp. Op ieder onpaar jaar, op de laatste zondag van juli, trekt
er dan ook nog steeds een heuse heksenstoet door het dorp.
Omstreeks 1700 overleed Dokke van Beke.
Niemand durfde de pastoor te halen om haar tijdens haar laatste uren bij te
staan. Aan haar bed zat immers een zwarte geit. Toen een handvol buren toch de
moed vond om haar huisje te betreden, vond men de heks dood op haar bed, het
hoofd achterstevoren op haar lichaam. De Duivel had haar de nek omgedraaid.
Iemand maakte een kruisteken en nam de muts van Dokke van haar hoofd. Toen
vloog de Duivel sissend onder de muts vandaan, een ondraaglijke stank van
solfer en brandend pek achterlatend.
De meest beruchte heks van Beselare was echter
Jozefa Bubbels, korweg 'Sefa' genaamd. 'Het was de laatste zondag van juli
1750, ik herinner het mij nog als de dag van gisteren,' vertelde een ooggetuige
over haar begrafenis. 'De lucht zat vol zware donderwolken, maar dat belette
niet dat het dorp zwart liep van 't volk toen men Sefa ging begraven. De grote
zware kist werd op de wagen geschoven en de koetsier van 't kasteel, in vol
ornaat, mende het paard dat een rouwkleed droeg en het wapenschild van de
markies. Achter de kar aan liepen alle heksen van Beselare naar het kerkhof
toe, waar de kist werd neegelaten in een gapende put. Maar de koorden braken en
de kist viel in de put, en toen kraakte de donder en een bliksemflits knetterde
recht in 't Steenuilbos, waar het huisje van Sefa stond. En in een handomdraai
stond alles daar in lichterlaaie en vlogen de verschrikte steenuilen krassend
weg. En ze zijn hier nooit teruggekeerd...'
Nog tot in 1905 werd in Beselare ook een
Vliegende Geit waargenomen. Eerst hoorde je bij de Keiberg dan een klagend
geblaat, dat nu eens dichterbij klonk, dan weer verder op. Dat duurde zo
dagenlang. De bewoners van de omliggende dorpen werden op de hoogte gebracht en
liepen 's avonds de velden in om uit te kijken naar de Vliegende Geit. Men
haalde er politie en rijkswacht bij om de velden, die net bezaaid waren, te
beschermen. Enkele dagen later heeft men toen een zeldzame vogel geschoten, en
toen was het uit met dat geblaat.
Luister hier naar: Volle Maan (gratis download)
5.11.11
Stadsspel + Kookworkshop = Teambuilding Wereldkeuken "Cuisine Cayenne"
Cuisine Cayenne is een culinair stadsspel, gecombineerd met een actieve kookworkshop. Het thema is de wereldkeuken.
Dankzij de ontdekkingsreizigers proefde Europa vanaf de vijftiende eeuw van heel wat onbekende voedingsmiddelen. Een opwekkend drankje dat vanuit Ethiopië via de Arabieren tot bij ons kwam, is nu ons dagelijks kopje koffie. Een knol uit de Andes is de oorsprong van onze ‘typisch Belgische’ frieten.
De deelnemers worden verdeeld in teams. Door opdrachten uit te voeren, komt elk team op verschillende locaties terecht, waar het telkens een ingrediënt uit de wereldkeuken aantreft. Tijdens het spel krijgen de deelnemers via een audioset tekst en uitleg bij de ingrediënten, de cultuur waar ze vandaan komen en de weg die ze hebben afgelegd om hier ‘ingeburgerd’ te geraken. (Wist je bijvoorbeeld dat de cacaoboon eerst een betaalmiddel was, later een bittere drank voor het chique volk en pas in de negentiende eeuw een bron van chocolade?)
Als een team alle ingrediënten heeft verzameld, keert het met een boodschappentas vol exotisch lekkers terug naar de Qarfa. Daar is de kokkin al begonnen met de voorbereiding van een heerlijk menu uit de wereldkeuken. Uiteraard helpen de deelnemers actief mee aan de bereiding. Aan de kookpotten krijgen ze extra uitleg over de ingrediënten.
Cuisinne Cayenne legt uitdrukkelijk de link met de producten van eerlijke handel of FairTrade.
Cuisine Cayenne
Duur van het spel + het koken van jouw exotisch potje + het opeten van dit heerlijke gerecht uit de wereldkeuken: ca. 3 tot 4 uur.
Prijs voor organisatie van het spel + eten & drankjes, exclusief BTW:
20-25 deelnemers: vanaf 60 euro per persoon
26-30 deelnemers: vanaf 55 euro per persoon
31-40 deelnemers: vanaf 50 euro per persoon
Op dit moment is deze Cuisine Cayenne Formule nog alleen beschikbaar in Aalst en voor maximum 40 deelnemers. We maken u echter ook graag een offerte op maat, voor meer deelnemers, of op een locatie van uw keuze in Vlaanderen.
28.10.11
Jan Van Eyck en Jeanne d'Arc: een onderzoek van Peter Voorn naar de betekenis van het Lam Gods
Uit de inleiding van het ebook Jan Van Eyck en Jeanne d'Arc door Peter Voorn:
Het schilderij het Lam Gods behoort bij de tien
beroemdste schilderijen van de wereld. Van die tien is het naast de Mona Lisa
ongetwijfeld met de meeste raadsels en vragen omgeven. Het Lam Gods is een
kerkelijk veelluik; een dergelijk schilderij noemt men een retabel. Het Lam
Gods-retabel bevindt zich in België in de Gentse Sint Baafskathedraal. In de
vorige eeuw verhuisde het van zijn oude oorspronkelijke plek, de kleine
Vijdkapel naar de grotere doopkapel. Wanneer de schilders aan het retabel
begonnen zijn weten we niet. Het enige dat met zekerheid bekend is, is dat
meester-schilder Jan van Eyck het veelluik rond 1432 voltooide. Jans vermeende
broer, de meester-schilder Hubert, was het werk ver voor die tijd begonnen. Het
merendeel van de kenners neemt aan, dat het schilderij in het jaar 1426, het
jaar waarin Hubert overleed, onvoltooid in zijn atelier was achtergebleven. Een
andere tak deskundigen gelooft echter niet in het bestaan van de schilder
Hubert.
Begin jaren tachtig studeerde ik aan de Gentse
Kunstacademie en bezocht het schilderij regelmatig. In 1993 ontdekte ik bij een
van mijn bezoeken iets merkwaardigs aan het schilderij. Bij het kijken naar de panelen
las ik tussendoor in een handboek de namen van de lijsten. Het viel mij toen op
hoeveel details van de afbeeldingen en van sommige namen feitelijk
overeenkwamen met die van de oudste Tarotkaarten (de zgn. Grote Arcana). Het
leek of voor het onderliggende grondplan van het schilderij vroege Tarotkaarten
als uitgangspunt waren gebruikt. Een merkwaardige ontdekking, omdat het Lam
Gods aan de buitenzijde zo religieus lijkt en speelkaarten ook in de
Middeleeuwen als iets heidens werden gezien.
Mijn ontdekking deed ik in eerste
instantie af als een hersenspinsel en ik liet ze voor wat het was. Vervolgens
vroeg ik me af waarom er zoveel pausen op het centrale Lam Gods-paneel stonden.
Pas in 1995 kon ik deze vraag beantwoorden, toen ik ontdekte dat dit paneel met
het Concilie van Konstanz te maken had. Op dit Concilie, dat tussen 1414 en
1418 in het Duitse Konstanz op initiatief van de Koning van het Heilige Roomse
Rijk (Duitsland), Sigismund van Luxemburg, werd georganiseerd, wilde men een
einde maken aan het kerkelijke schisma. Op dat moment waren er drie pausen. Eén
oude paus (Gregorius XI) in Rome, een paus in Avignon (Benedictus XIII) en een
paus die op het Concilie van Pisa (1409) was gekozen en residentie hield in
Bologna (Alexander V, korte tijd later opgevolgd door Johannes XXIII).
Men wilde van deze pausen af,
omdat zij de toenmalige Christelijke Wereld verscheurde. De mensen wisten niet
meer welke paus ze moesten volgen. Het Concilie van Konstanz moest daar een
einde aan maken. Dat lukte tijdens dit congres. Eén paus belandde in de
gevangenis, de paus van Rome trad vrijwillig terug en de paus van Avignon was
zo stijfkoppig dat vrijwel niemand hem na zijn onderhoud met Sigismund meer
serieus nam. Zo lag de weg voor een nieuwe paus open. Voor die nieuwe paus
mochten - bij wijze van uitzondering - de vijf naties die op het Concilie de
dienst uitmaakten meestemmen. Deze vijf naties waren: Bourgondië en Engeland,
Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje.
Men moet begrijpen dat deze naties toen anders
waren samengesteld en anders functioneerden dan de tegenwoordige landen. Deze
vijf naties zien we in de onderste vijf panelen van het geopende retabel terug.
Het paneel met de zogenaamde Rechtvaardige Rechters verbeeldt Bourgondiërs en
Engelsen. Het paneel met de Ridders (de Strijders van Christus) verbeeldt de
Franse situatie. Het Lam-paneel de Duitse landen en de Conciliegangers. De
Heremieten zijn de Italianen (en mogelijk Grieken) en de Pelgrims op het Pelgrimpaneel
zijn op weg naar Spanje.
De vijf naties kozen op 11
november 1417 Martinus V (Otto Colonna) tot de nieuwe paus. Zijn pauselijke en
wereldse naam verbonden de schilders met het Lampaneel. Op de achtergrond van
het Lam-paneel zien we de Domtoren van de Utrechtse Sint Maartenskerk. Die kerk
had, net als de nieuwe paus, de heilige Martinus van Tours als patroonheilige.
Het achtkantige waterbekken op de voorgrond refereert aan de wereldse voornaam
van de nieuwe paus: Otto (= acht). Zijn achternaam, Colonna, betekent zuil.
21.10.11
07. De Franse Kroonprins
In
1992, toen ik samen met Guy Didelez werkte aan dit boek over Leonie Van Den
Dijck, kruiste ‘de Franse kroonprins’ een tweede keer mijn pad. De eerste keer
was dat het jaar voordien gebeurd, terwijl ik – alweer samen met Didelez –
werkte aan de jeugdroman De Schat van
Orval. In die beroemde abdij zou tijdens de Franse Revolutie namelijk ‘het
fortuin van de Bourbons’ verloren gegaan zijn. De nakomelingen van Lodewijk
XVII, ‘de verloren zoon’ van Lodewijk XVI en Marie Antoinette, zouden in de
jaren die volgden herhaaldelijk mijn pad kruisen. Mijn ervaringen met de
tragische figuur van de Franse kroonprins resulteerden in boeken als Hof van Mirakelen, Nostradamus in Orval en uiteindelijk De Zaak Louis VII. Terwijl u dit verhaal leest, houdt u misschien
best in gedachten dat ik in 1992 nog nooit gehoord had over Frans Rombaut, en
dat ik Naundorff op dat ogenblik nog – ten onrechte – als een potentiële Louis
XVII beschouwde.
Patrick
Bernauw, oktober 2011
Op basis
van de hermetische kwatrijnen van de beroemde ziener Nostradamus kwam
Alexander Centurio tot de conclusie, dat de politieke kwesties van de 21 ste
eeuw geheel gedomineerd zouden worden door een Franse koning, die hij Hendrik
de Gelukkige noemt. Hendrik zou geboren worden in de buurt van Le Mans op 21
januari 1981, als de zoon van een verarmde landedelman uit het huis van de
Bourbons. Ook zijn vader zou een Bourbon zijn. De bewijzen daarvoor moeten uit
de archieven van het Vaticaan komen. In juli 1999 zal Hendrik de Gelukkige de
troon bestijgen en later zal hij, dank zij zijn strijd tegen onder meer de
moslims, de leiding op zich nemen van een Verenigd Europa.
Robert
Charroux vertelt dan weer dat de pauselijke nuntius in Frankrijk, monseigneur
Roncalli, goed bevriend was met René Louis Charles de Bourbon, het kleinkind
van een zekere Karel Wilhelm Naundorff. Op zekere dag verzocht René de nuntius
een blik te werpen op een bepaald document dat in de bibliotheek van het
Vaticaan werd bewaard. Toen ze elkaar bij een volgende gelegenheid ontmoetten,
sprak de nuntius zijn vriend aan als 'Uwe Hoogheid', een titel die hij tot
dusver nooit had gebruikt.
In
augustus werd René de Bourbon ernstig ziek. Hij verzocht de vroegere
monseigneur Roncalli, nu paus Johannes XXIII, om een audiëntie. De paus
antwoordde hem dat hij zijn verzoek moest richten tot de Franse ambassade en
toen dit gebeurd was, stemde hij schriftelijk toe in een onderhoud met ‘Zijne
Koninklijke Hoogheid René Louis Charles de Bourbon'. Charroux vraagt zich af of
de paus met betrekking tot de identiteit van zijn vriend een officieus oordee1
te kennen wilde geven aan de Franse regering, en of hij René daarom verplichtte
zijn verzoek via de ambassade te later verlopen.
Op een dag vertelde Leonie haar biograaf dat ze voornaam
bezoek verwachtte. Ze vroeg Schellinck of hij wilde optreden 'als tussenpersoon
voor haar bezoeker, die waarschijnlijk geen Vlaams zou verstaan' .
Omdat de man een dag vroeger arriveerde dan aangekondigd,
kreeg Schellinck hem niet te zien en kon hij zich alleen verlaten op het
verslag dat Leonie hem tijdens een volgende gelegenheid deed van die belangrijke
ontmoeting. Blijkbaar had ze, toen puntje bij paaltje kwam, dus toch een
gesprek kunnen voeren met haar hooggeplaatste bezoeker zonder tussenkomst van
een tolk.
'Het was gegaan over den troon van Frankrijk,' verklaarde
Leonie, 'en over de toekomst van dat land. Het was een prins, rechthebbende op
de Franse troon. Toen de prins ging vertrekken, bood hij mij een beurs geld aan
om mij van een beter leven te laten genieten, met de belofte dat hij mij zou
blijven steunen.'
Leonie weigerde het geld en toen de prins haar de week
nadien een nieuwe jurk liet bezorgen, gaf ze die prompt weg aan 'een arme
vrouw'.
Verder in het logboek van Gustaaf Schellinck duikt de Franse
prins opnieuw op. We krijgen dan te horen dat hem de toegang was verboden tot
het Franse grondgebied. De Tweede Wereldoorlog was uitgebroken en hij vroeg
Leonie wat hij moest doen met betrekking tot de internationale situatie. Leonie
raadde hem aan zijn plicht te vervullen en zei hem dat hij gerust kon zijn in
de toestand.
Schellinck vertelt vervolgens hoe de man,die kennelijk een
hoge functie in het leger had, met zijn soldaten bij de voorposten was
ingedeeld. Dit kon bezwaarlijk betrekking hebben op de 'gewone' Franse
strijdkrachten, aangezien de toegang tot het grondgebied hem verboden was.
‘Later kwamen we te weten dat het om het Vreemdelingenlegioen ging.’
Tot twee maal toe kwamen er bij een vijandelijke aanval
heel wat van zijn manschappen om, maar zelf werd de prins telkens gespaard.
Toen hij zich daarover verwonderde, zei Leonie dat hij de oorlog zou overleven
indien hij het gevaar niet zelf ging opzoeken.
Nog altijd volgens Schellinck berichtten de kranten tijdens
de bezetting, dat de Franse prins naar Amerika gevlucht was. Leonie ontkende
dit: 'De dagbladen logen, vermits de prins niet naar Amerika was, maar het hier
slechts de photo van zijn dubbelganger betrof, die ginder in zijn plaats was
aangekomen.' Leonie meende dat het 'een getroffen schikking was om de massa op
een dwaalspoor te brengen en zo de aandacht van hem af te leiden. De prins
verbleef nog altijd in ons
land.'
Later liet ze de juffrouw die voor de prins om inlichtingen
kwam, haar groeten overbrengen: 'En zeg hem dat ik zo voor hem niet kan blijven
bidden. Niemand heeft hem gevraagd om te spioneren en hij mag zijn handen
kussen dat hij uit hun handen is ontsnapt. Zeg hem ook dat hij moet
onderduiken, want dat ze hevig jacht op hem maken'.
Nog later wist Leonie te vertellen, dat de prins van een abt
een pij in bruikleen had gekregen om te ontkomen aan de speurende Duitsers, die
hem op dat moment letterlijk op de hielen zaten. Hij zou door enkele 'vrienden'
verraden geweest zijn, maar wist te ontkomen.
Eerst dachten we opnieuw met een wild Indianenverhaal rond
Leonie Van den Dijck te maken te hebben. Frankrijk was toch al jaren een republiek?
Schellinck gaf zo weinig concrete en zo verwarrende en tegenstrijdige informatie, dat het ons
aanvankelijk ondoenbaar leek het
waarheidsgehalte van deze geschiedenis te controleren. Gesteld dat er een
Franse troonpretendent bestond die inderdaad een militaire en politieke rol van
betekenis had gespeeld voor en tijdens de oorlogsjaren, was het dan niet al te
fantastisch dat een dergelijke edelman de zieneres van Onkerzele als zijn
leidsvrouwe zou kiezen?
We hadden in de loop van ons onderzoek evenwel steeds
geprobeerd een zo open mogelijk, onbevooroordeeld standpunt in te nemen. We
wilden bijgevolg ook deze gekke historie het voordeel van de twijfel laten.
Als Leonie de 'moord' op koning Albert en het ongeval van
koningin Astrid had voorspeld, en als het koningshuis daarvan op de hoogte was
geweest, leek het aannemelijk dat zij af en toe bezoek mocht ontvangen van het
hof. En dan behoorde contact met een Frans
edelman eveneens tot de mogelijkheden.
Terloops willen we er de aandacht op vestigen dat koningin
Elisabeth al in de jaren dertig een grote paranormale interesse aan de dag
legde. Tot haar intimi behoorde Walter Johannes Stein, een occultist van
formaat, die van oordeel was dat de middeleeuwse Graallegenden een soort
kosmische blauwdruk vormden van heden, verleden en toekomst. Kort voor het
uitbreken van de oorlog smokkelde Elisabeth de Oostenrijker het paleis binnen
- 'le docteur Stone est arrivé!' - om met haar zoon, Leopold III, de politieke
situatie te evalueren. Tijdens de oorlog fungeerde de inmiddels tot Brit
genaturaliseerde Stein als raadgever voor Winston Churchill. Een en ander kan
men nalezen in het geruchtmakende boek De lans van het lot van Trevor
Ravenscroft.
Die interesse voor het paranormale is geen exclusief trekje
van het Belgisch vorstenhuis. Koningen hebben hun troon nu eenmaal aan God te
danken, net zoals profeten, genezers en magiërs door de Almachtige zijn
begenadigd en uitverkoren. Wie heeft nooit gehoord over de geschiedenis van
Raspoetin en de laatste tsaar en tsarina van Rusland? In 1956 werd bekend dat
Juliana, koningin der Nederlanden, en haar gemaal prins Bernhard, al sinds
1948 sterk onder de invloed stonden van de gebedsgenezeres Greet Hofmans. Een
stevige politieke rel was het gevolg. En Nancy Reagan liet, door bemiddeling
van de astrologe Joane Quigley, de sterren beslissen over de agenda van haar
echtgenoot, de president van de Verenigde Staten.
Wat Leonie en haar relatie tot de aristocratie betrof,
hadden wij buiten Gustaaf Schellinck om, de zekerheid dat het blad La Cité
Royale, prinses de Croy en barones de Bethune (over deze laatste meer in
het volgend hoofdstuk) het doen en laten van de zieneres van Onkerzele van
nabij volgden. En prinses de Croy behoorde tot de katholieke topadel van
België!
Bovendien herinnerden wij ons een verhaal waarop we waren
gestoten in het kader van onze speurtocht naar mogelijke motieven voor een
moord op koning Albert. Leonie Van den Dijck kwam er niet in voor, maar het
vormde een mooi aanknopingspunt. Het kon ook als een soort precedent fungeren
voor de geschiedenis die Gustaaf Schellinck ons opdiste (en had dat misschien
zelfs werkelijk gedaan).
In zijn boek Albert I, koning der Belgen wijdt prof.
dr. Jacques Willequet enkele regels aan de broertjes Sixtus en Xavier van
Bourbon-Parma, twee Franse prinsen. In 1917 deden er in kringen van de Geallieerden kwaadaardige
geruchten de ronde, als zou koning Albert aansturen op 'een afzonderlijke
vrede' van België met Oostenrijk en Duitsland, zonder medeweten van de
Geallieerden. Deze geruchten noodzaakten Albert zelfs de Franse president
Poincaré gerust te stellen: de koningin was niet naar Zwitserland gegaan om
daar 'vijanden te ontmoeten', en hijzelf had niets te maken met de geheime
onderhandelingen van de beide prinsen.
Sixtus en Xavier waren Franse burgers, maar zij
vertegenwoordigden tevens de supranationale aristocratie die de Eerste
Wereldoorlog als de zelfmoord van Europa beschouwde.
'Zij waren in Oostenrijk toen de oorlogsverklaring hen
verraste,' vertelt Willequet, 'maar in plaats van hen te verbieden het land te
verlaten, had keizer Frans-Jozef - die dingen gebeuren nu eenmaal in die
kringen - hun vertrek naar Zwitserland juist vergemakkelijkt.'
Toen de republiek Frankrijk niet van de toewijding van deze
Franse prinsen gediend bleek, was hun nicht - koningin Elisabeth - bemiddelend
opgetreden en had Albert hen in de rang van tweede luitenant van de artillerie
opgenomen in het Belgische leger.
Sixtus en Xavier wilden zowel Frankrijk als Oostenrijk en
zelfs heel Europa redden. Indien Albert niet rechtstreeks bij hun reddingsplan
betrokken was, moet hij er eind 1916 in De Panne hoe dan ook mee ingestemd
hebben. Men kan zich immers niet inbeelden dat twee officieren van het
oorlogvoerende Belgische leger een plezierreisje in vijandelijk gebied gingen
maken zonder de toestemming van hun opperbevelhebber.
'Het zou te ver voeren, de gehele reis van de prinsen naar
Parijs, Neuchâtel, Laxenburg en Londen in het voorjaar van 1917 na te gaan,'
schrijft Willequet. 'Het is bekend dat de mogelijkheden van een vredesregeling
ten slotte afsprongen op de onwrikbaarheid van Italië en Duitsland. Laat ons
volstaan met eraan te herinneren dat, toen de hele zaak door Clemenceau in
april 1918 hardhandig in de openbaarheid was gebracht, Poincaré op bezoek ging
bij de koning en de koningin (...). Hij putte zich uit in verontschuldigingen
voor de voorzitter van de Ministerraad, terwijl de koningin, die gekwetst was
door het schandaal dat haar familieleden aan kritiek had blootgesteld, van
oordeel was dat de handelwijze van Clemenceau "noch elegant noch
Frans" was.'
Sixtus van Bourbon-Parma overleed in 1934, het jaar waarin
Leonie volop aan het voorspellen was geslagen, het jaar ook waarin koning
Albert dodelijk ten val kwam. Xavier overleed pas in 1977. Was hij de Franse
kroonprins, die zijn rol uit de Eerste Wereldoorlog nog eens dunnetjes overdeed
tijdens de Tweede?
Niets wees erop dat Xavier van Bourbon-Parma de man was die
we zochten, maar we hadden tenminste ‘een model’ gevonden. We wisten nu dat het
wilde Indianenverhaal van Gustaaf Schellinck heel goed realiteit kon zijn
geweest.
Daarna dachten we een hele tijd aan Louis de Bourbon,
volgens sommigen een regelrechte afstammeling van Lodewijk XVII. In januari
1793 sleepten de Franse revolutionairen diens vader naar de guillotine, waarna
de resterende royalisten de dauphin dadelijk tot nieuwe koning uitriepen.
Lodewijk XVII was op dat moment nauwelijks acht jaar oud en zat gevangen in de
Temple van Parijs, waar hij op 8 juni 1795 zou zijn overleden. Sommige
historici nemen evenwel aan dat de overlijdensakte vals was en dat het jongetje
ofwel al dood was, ofwel gevlucht.
Deze laatste hypothese vond een vruchtbare voedingsbodem in
het werk van de grootste profeet aller tijden, die zijn sympathie voor de
katholieke Kerk en de Franse monarchie niet onder stoelen of banken stak.
Nostradamus had het lot van Lodewijk XVI en MarieAntoinette correct voorspeld,
redeneerden de royalisten. Hij had inderdaad verscheidene verzen gewijd aan
hakbijlen en rollende koppen. De royalisten begonnen de hermetische kwatrijnen
van de goddelijk geïnspireerde ziener na te pluizen op aanwijzingen omtrent het
wérkelijke lot van de kleine dauphin.
‘Als bij mirakel zullen de koning en
dertig opvolgers gered worden,' lazen zij in kwatrijn 51 van de zesde centurie,
waaruit zij concludeerden dat Lodewijk XVII nog in leven moest zijn en dat na
hem nog dertig generaties lang de Bourbons over Frankrijk zouden regeren. In
een ander kwatrijn was dan weer sprake van een 'trouweloze' (aan de republiek)
die ‘de kleine grote’ door een poort zou wegvoeren. Kwatrijn 24 uit de negende
centurie kon deze boodschap alleen maar bevestigen:
Uit het paleis met de hoge ramen
zullen de twee koningskinderen
ontvoerd worden.
Zij doorkruisen Parijs en het
Klooster van St. Denis
dank zij een non. De miserabeien
zullen groene pitten vreten.
Voor het gemak hield men er geen rekening mee dat het hier
onmiskenbaar om twee koningskinderen ging, en dat het zusje van de
dauphin niet op spectaculaire wijze uit de Temple ontsnapte.
In het
Nederlandse stadje Delft ligt wat men wel eens 'het meest raadselachtige graf
van heel West-Europa' noemt. Het is het graf van een man over wiens jeugd niets
vaststaat, maar die als Karl Wilhelm Naundorff sinds 1810 in Berlijn, Spandau
en Brandenburg woonde. In 1824 maakte hij zich tijdens een proces wegens
brandstichting en valsmunterij opeens bekend als de zoon van Lodewijk XVI en
Marie-Antoinette. Terwijl een ander kind in zijn naam stierf, was hij uit de
Temple ontvoerd, precies zoals de katholieke, royalistische ziener Nostradamus
het had voorspeld.
In 1833 zocht Naundorff in Parijs contact met de hertogin
van Angoulême, de zuster van Lodewijk XVII, maar zij weigerde hem te ontmoeten.
Toen hij bleef aandringen, werd hij gearresteerd en in Calais op de boot naar
Engeland gezet. Daar publiceerde hij een autobiografie, maar ook een aantal
vreemde geschriften van mystieke en magische strekking. Tegelijk ging hij aan de
slag als uitvinder van explosieven.
De Engelse regering reageerde niet op zijn voorstellen en
hij reisde begin 1845 naar Nederland, waar hij zich als Charles Louis de
Bourbon, hertog van Normandië, tot Willem II richtte met het verzoek zijn
uitvindingen te mogen demonstreren. Op 30 juni 1845 werd een geheim contract
gesloten tussen de Nederlandse rege ring en 'Monsieur Charles Louis’ waarin hem
een gesalarieerde functie in Delft werd toegezegd. Daar overleed hij op 10
augustus van hetzelfde jaar.
De officiële akte noemde hem: 'Charles Louis de Bourbon,
Hertog van Normandië (Lodewijk de Zeventiende) bekend geweest zijnde onder de
namen van Charles Guillaume Naundorf (geboren op het kasteel Versailles in
Frankrijk, den zeven en twintigsten Maart zeventien honderd vijf en tachtig en
alzoo oud ruim zestig jaren, wonende binnen deze stad; zoon van wijlen Zijne
Majesteit Lodewijk de Zestiende, Koning van Frankrijk, en van Hare Keizerlijke
Hoogheid Marie
Antoinette, Aartshertogin van Oostenrijk, Koningin van Frankrijk,
beiden gestorven te Parijs.'
'De Nederlandse kroon had duidelijk vertrouwen in
Naundorff,’ meent André Van Bosbeke in Ridders van nu. 'Via langdurige
processen (1926, 1954) hebben Naundorffs nakomelingen hun aanspraken proberen
te bewijzen. Zonder succes echter. Pikant detail: bij een grafopening in 1950
werd vastgesteld dat Naundorff ongeveer 60 jaar oud was geworden. Hij zou dus,
net zoals Lodewijk XVII, in 1785 kunnen geboren zijn.'
Het was Simon Vinkenoog die onze aandacht vestigde op de
dichter en prozaschrijver Louis de Bourbon (Renkum, 1908 - Arnhem, 1975), de
achterkleinzoon van Karl Wilhelm Naundorff. In de jaren dertig behoorde hij
tot de rooms-katholieke dichters rondom de tijdschriften Roeping en De
Gemeenschap.
Volgens de Moderne Encyclopedie van de Wereldliteratuur waren
de nazaten van Naundorff wel degelijk gerechtigd de naam Bourbon te voeren.
Louis de Bourbon studeerde rechten. Hij was werkzaam in de journalistiek en
maakte tijdens de bezetting deel uit van het verzet. Naar aanleiding van zijn
in 1975 verschenen Verzamelde Gedichten werd hij door Jan H. de Groot
gekarakteriseerd als 'de dichter van het levenslange heimwee'.
Vooral zijn 'autobiografische'
gedichten behoren tot de meest indrukwekkende:
Een prins van Frankrijk en het zoet
Navarre
heeft blauwe ogen, donkerblonde
haren,
maar geen paleizen meer en geen
vazallen,
want heersen doen in deze eeuw
barbaren.
Een paar details stemden overeen met de kenmerken waaraan de
kroonprins die bij Leonie op bezoek kwam, diende te beantwoorden: het
katholicisme, de rol in het verzet. Maar een heleboel andere gegevens stonden
een identificatie van de kroonprins als Louis de Bourbon in de weg. Van 1938
tot 1946 was de man burgemeester van het Nederlandse plaatsje Oss en kon hij
onmogelijk de omzwervingen gemaakt hebben die Leonie en Schellinck hem
toeschreven. Bovendien was Louis de Bourbon een Nederlands onderdaan, die
perfect Nederlands sprak. Waarom zou Leonie dan in eerste instantie om een tolk
gevraagd hebben? De toegang tot Frankrijk was Louis de Bourbon ook helemaal
niet ontzegd.
In Het Wonderbare Leven van Leonie Van den Dijck treffen we de volgende, merkwaardige voetnoot aan: 'Het betreft
hier Louis Jean Henri de Bourbon, overleden in 1975, vader van prins Charles
Louis de Bourbon, 53 jaar, die ons onlangs deze inlichtingen verschafte. De
Franse prins over wie het hier gaat, bezat de Nederlandse nationaliteit, sprak
perfect Nederlands en woonde vermoedelijk te Hengelo gedurende de oorlog. Hij
was officier in het Nederlandse leger en maakte als dusdanig de oorlog mee.
Wegens zijn activiteiten onder de bezetting moest hij zich een tijd verborgen
houden. Kort na de oorlog, toen er sprake was dat Europa communist zou kunnen
worden, week heel de familie uit naar Canada.'
Het curriculum vitae van deze Louis de Bourbon stemt
helemaal niet overeen met dat van de schrijver-journalist. Sterker nog: àls een
Louis de Bourbon in contact stond met Leonie, kan het bezwaarlijk déze geweest
zijn. En toch beweert de zoon dat het zijn vader was en niemand anders...
We hadden de hoop al opgegeven tot een min of meer
definitieve conclusie te kunnen komen, toen wij een 'revue' van Ben Herremans
onder ogen kregen, overvloedig gei1lustreerd met fotomateriaal: Geheimen
achter Europese kronen, deel 2. In een hoofdstuk getiteld 'Frankrijk: de
gevangenen van de geschiedenis' vonden we een man die een stuk beter aan de
summiere beschrijving van Schellinck beantwoordde dan Louis de Bourbon. De
notities van Schellinck zijn niet altijd zo correct wat data en omstandigheden
betreft, maar we vinden in zijn verslag zoveel echo's van de avonturen van
Henri d'Orléans, dat we deze graaf van Parijs alleen maar kunnen identificeren
als de kroonprins van Leonie Van den Dijck...
'Bijna twee eeuwen nadat in Frankrijk op bloedige wijze de
Republiek werd gevestigd, is het geslacht van de vroegere koningen niet
uitgestorven,' schrijft Herremans. 'Het noemt zich nog steeds het "Franse
Vorstenhuis", en de leden pretenderen volkomen rechtmatig, volgens
strikte opvolgingsvoorschriften, de kroon. Ze noemen zich graaf van Parijs en
eisen dat ze met "Monseigneur" worden aangesproken, zoals hun
voorouders. '
Het gaat hier om afstammelingen van Filips, hertog van Anjou
en broer van Lodewijk XIV, de Zonnekoning. Zij werden onschadelijk geacht en
men duldde oogluikend hun verblijf in Frankrijk, tot er in 1886 na felle
discussie een verbanningswet werd uitgevaardigd waardoor het grondgebied van
de Republiek 'voor immer verboden' werd aan 'de hoofden van de families, die
over Frankrijk geheerst hebben en aan hun directe erfgenamen van het
eerstegeboorterecht' .
De toenmalige graaf van Parijs werd het land uitgestuurd.
Hij vond een onderkomen in de Brusselse gemeente Sint-Pieters-Woluwe. Het
vroegere kasteel Putsdaal werd omgedoopt tot 'kasteel van Anjou', men hees de
Franse driekleur en men bevestigde twee lantaarns met het lelie teken en een
koningskroon aan de poort.
'Ik wist dat Frankrijk erg nabij was en de idee dat het
verboden terrein was, irriteerde me mateloos,' verklaarde de in 1910 geboren
Henri d'Orléans.
Hij zocht dan maar zijn heil in reizen naar het buitenland.
Tijdens een trip door Centraal-Europa ontmoette hij in Bohemen zijn nichtje
Isabelle de Bragance. Op 8 april 1931 traden ze in Palermo in het huwelijk. Aanhangers
van de monarchistische idee maakten er een glorieuze demonstratie van.
'Ik zal Frankrijk een dozijn prinsen schenken,' beloofde de
bruid, maar ze zou het 'slechts' tot elf nakomelingen brengen.
'Tot kort voor de oorlog vestigt het gezin zich op het
kasteel te Sint-Pieters-Woluwe,' rapporteert Herremans. 'Na de topontmoeting
te München tussen Hitler, de Britse minister Chamberlain en zijn Franse confrater
Daladier - die als geallieerde bondgenoten een beschamend compromis
onderschrijven - gaat de graaf van Parijs eensklaps tot de actie over. Vermomd
als verpleger overschrijdt hij in zijn wagen de grens en hij begeeft zich naar
Magny-en-Vexin, waar hij zijn verontwaardiging lucht tijdens een
persconferentie. "De oorlog is niet vermeden, maar slechts
uitgesteld," predikt hij verbeten. Zijn woorden worden 's anderendaags
paginabreed uitgesmeerd in diverse kranten. Het incident geeft zelfs aanleiding
tot een rel tussen België en Frankrijk, dat er zijn noordelijke buur van
beschuldigt de graaf bij zijn initiatief te hebben geholpen.'
Vreemd genoeg bleek de Franse woede in 1939 al zo sterk
geluwd, dat men Henri d'Orléans inschakelde om koning Leopold voor de Franse
politiek te vermurwen. Leopold stond op het punt een belangrijke redevoering
te houden tot het Amerikaanse volk, en in Franse politieke middens heerste
onrust omtrent de inhoud van die rede.
'De Franse edelman liet daarom verstaan, dat men in
Frankrijk hoopte dat de Koning noch over de vrede noch over de
neutraliteit"zou reppen,' schrijft C. Koninckx in Koning Leopold lIl, diplomaat voor de vrede. 'Gelet
op het prestige van koning Leopold in de Verenigde Staten, vreesde men immers
dat zijn woorden de Amerikaanse opinie zouden beïnvloeden. Dat was nu precies
de bedoeling van de redevoering. Nu spande men zich juist in Frankrijk in opdat
de Verenigde Staten aan zijn zijde en aan die van Groot-Brittannië in de
oorlog zouden treden. Roosevelt had immers op 5 september de neutraliteit van
de Verenigde Staten geproclameerd.'
Het waren woelige tijden voor Europa en de ouders van Henri
besloten zich terug te trekken in Marokko. De graaf zelf zond zijn gezin naar
Brazilië, bij zijn schoonouders. Op de terugreis, aan boord van een schip dat
onder de Belgische vlag voer, vernam hij dat de Duitsers België waren
binnengevallen. De boot werd afgeleid naar het eiland Wight en Henri keerde op
eigen houtje naar Brussel terug, waar hij zich tot de Franse president wendde
met een schriftelijk verzoek om in het Franse leger te mogen vechten. Het
voorstel werd beleefd van de hand gewezen.
Henri moest werkeloos toezien hoe ook zijn land door de
troepen van het hakenkruis onder de voet werd gelopen. Toen stelde president
Lebrun zich echter verzoenend op: 'U kunt wel degelijk uw vaderland dienen.
Niet in uniform evenwel, maar als koerier.'
En zo begaf de graaf van Parijs zich op een geheime missie,
waarbij hij dankbaar gebruik zou hebben gemaakt van zijn goede relaties met de
koninklijke families van de landen die hij bezocht. Daarna meldde hij zich als
vrijwilliger bij het Vreemdelingenlegioen, onder de naam Robert Orliac en met
een Zwitsers paspoort.
Nog tijdens het eerste oorlogsjaar bereikte hem het nieuws
dat zijn vader ernstig ziek was. Hij vroeg toestemming om naar Marokko te
gaan, waar zijn vader al een week overleden bleek. Na een rouwperiode hernam
de graaf zijn militaire activiteiten.
Herremans: 'Door zijn inzet werkt Henri zich in de gunst van
het Franse volk en zelfs van de overheid. Op het einde van het jaar 1945 wordt
hem in een brief beloofd dat "zijn oudste zoon een Franse opleiding krijgt
als zijn vader van zijn troonrechten wil afzien". De graaf van Parijs
weigert.'
In 1950 werd de verbanning opgeheven. De graven van Parijs
mochten voortaan weer in Frankrijk wonen en daar ook aan politiek doen. Tussen
de koning zonder kroon en de generaal met de macht, Charles de Gaulle, zou zich
zelfs een warme vriendschap ontwikkelen...
Henri d'Orléans mocht Frankrijk niet in. Hij deed zijn gezin
emigreren naar Brazilië, maakte in het kader van zijn activiteiten als lid van
het verzet heel wat omzwervingen door Europa, streed in het Vreemdelingenlegioen
in de eerste linies en was door zijn jarenlange verblijf in Brussel - wie weet?
- misschien zelfs lichtjes tweetalig geworden. Wat zou verklaren waarom Leonie
eerst meende een tolk nodig te hebben, maar het daarna zonder bleek te kunnen
stellen... Henri d'Orléans of Louis de Bourbon? Onze voorkeur gaat uit naar de
eerste troonpretendent. Maar het opduiken van de tweede in Het Wonderbare
Leven van Leonie Van den Dijck maakt er deze episode uit haar turbulent
bestaan alleen maar interessanter op. Heeft de zoon van Louis de Bourbon de
redacteuren van Het Wonderbare Leven wat op de mouw gespeld? En zo ja,
waarom?
Of stel dat Leonie Van den Dijck niet van één, maar van twéé
kroonprinsen bezoek mocht ontvangen... En dat hun curricula vitae door die arme
meneer Schellinck lichtjes door elkaar werden gehaald en versmolten tot één
enkel verhaal?
Zo roept iedere vraag die beantwoord wordt, weer nieuwe
vragen op…
Abonneren op:
Posts (Atom)