Aan de oevers van de Leie / Ballade van de Dulle Griet
Tijdens de Gentse Feesten, in de Parnassus, brengt De Bende van de Boonaparten een wel heel aparte variant op de legende van de Dulle Griet:
Een
 klein dorpje in Lagelande... 
De Yzeren Keizer wil daar de grootste 
kathedraal ter wereld bouwen; 
zo is het dorpje ook aan zijn naam 
gekomen: Kathedraalst. 
Volkszanger Lodewijk Boonaparte heeft zich in 
zijn protestliederen altijd verzet
 tegen de megalomanie van de Yzeren 
Keizer, 
maar nu hij op honderdjarige leeftijd is overleden, 
wil die hem 
net hier bijzetten in een praalgraf. 
Door het symbool van verzet tegen 
zijn bewind te recupereren, 
hoopt de Yzeren Keizer alsnog de ontluikende
 revolutie tegen zijn Schrikbewind te bezweren...
Een verre 
achterachterneef, Pé Boonaparte,
organiseert het verzet en strijkt 
tijdens het grote jaarlijkse volksfeest neer in Ganda 
(ook bekend van de
 HAM)
waar hij een bescheiden kerkje ontwijdt tot een heus Hof van 
Mirakelen. 
Samen met zijn Bende van de Boonaparten wil hij hun held 
op 
een passend artistieke en cultureel tamelijk correcte wijze ten grave 
dragen, 
en zo het eeuwige leven geven... 
En natuurlijk leven ze zich ook uit in allerlei "Spotliederen op de Yzeren Keizer", 
waarvan deze er één is:
DE BALLADE VAN DE DULLE GRIET 
(AAN DE OEVERS VAN DE LEIE)
Aan de oevers van de Leie,
diep verscholen in het riet,
had Zijne Majesteit de Keizer
Zijn allereerste Miet 'n'Griet.
Aan de oevers van de Leie
lag 'n Dulle Griet - ah Nikke Speed! -
met Zijne Majesteit te vrijen,
maar denderend vond zij Hem niet.
"O, gij!... Mijn Yzeren Keizer!"
sprak zij toen, die Dulle Griet.
"Gij zijt bijna helegans van ijzer,
alleen Uw onderdaan zo niet!" 
Van top tot teen was Hij van ijzer, 
maar Hij had geen lid van graniet,
want Zijne Majesteit de Keizer
viel op Boonaparte Piet.
Aan de oevers van de Leie
ligt zij nu nog, die Dulle Griet,
ja aan de oevers van de Leie
ligt een kanon... dat niet schiet.

 
 
 
 
 
 
 
 
Reacties