Beselare, een dorpje tussen Ieper en Menen, is een heus heksendorp. Op ieder onpaar jaar, op de laatste zondag van juli, trekt er dan ook nog steeds een heuse heksenstoet door het dorp. Omstreeks 1700 overleed Dokke van Beke. Niemand durfde de pastoor te halen om haar tijdens haar laatste uren bij te staan. Aan haar bed zat immers een zwarte geit. Toen een handvol buren toch de moed vond om haar huisje te betreden, vond men de heks dood op haar bed, het hoofd achterstevoren op haar lichaam. De Duivel had haar de nek omgedraaid. Iemand maakte een kruisteken en nam de muts van Dokke van haar hoofd. Toen vloog de Duivel sissend onder de muts vandaan, een ondraaglijke stank van solfer en brandend pek achterlatend. De meest beruchte heks van Beselare was echter Jozefa Bubbels, korweg 'Sefa' genaamd. 'Het was de laatste zondag van juli 1750, ik herinner het mij nog als de dag van gisteren,' vertelde een ooggetuige over haar begrafenis. 'De lucht zat vol zwar...