De Engel van Bergen (Mons)

Op een warme zomeravond in een restaurant op de Grand Place zaten we nog wat te praten en zoals dat toen gebruikelijk was vertelde iemand een verhaal: “Het was op elf november van het jaar achttien, de oorlog was bijna voorbij. Tegen de ochtend aan stond ik voor mijn raam en zie: daar sloop een man langszij. Een bajonet glom tegen de lange blinde muur en een Canadees die kroop over de grond. Naar het noorden, naar de Duitsers, naar het huis van mijn buur waar Café des Princes vroeger stond. Dit was het teken waarop iedereen zo lang had gewacht. De bevrijding was aangebroken. Plots klonk de beiaard zachtjes in de nacht en vreugdevuren werden aangestoken. Het zou de beiaardier wel zijn die speelde ter ere van wie ons kwam bevrijden, het lied van de Engelen dat nooit verveelde, Engelen die hun witte vleugels spreiden. En daarbuiten in het ochtendlicht zag ik wat vreemds op het plein: soldaten sliepen uitgeput en omdat de oorlog nu toch gauw voorbij moest zijn d...